Symposium Binnenmilieu in scholen

symposium1
Gepubliceerd op: 24 april 2024

heeft plaats gevonden op donderdagmiddag 4 april 2019 in Science Centre Delft.

Ontvangst en inleiding in de problematiek

Lada Hensen Centnerová, TU Eindhoven & voorzitter ISIAQ.nl

Zeker 3 miljoen leerlingen brengen hun dagen door in schoolgebouwen. Uit veel onderzoek is bekend dat het binnenmilieu een slechte invloed kan hebben op de leerprestaties. De afgelopen jaren is vanuit de overheid veel geld gestoken in het verbeteren van het binnenmilieu in scholen. Met het programma van eisen voor frisse scholen in de hand zijn er allerlei maatregelen genomen. Deze hebben niet altijd het gewenste resultaat geleverd. Vandaar vanuit ISIAQ.nl een symposium waarbij vier sprekers dit thema vanuit allerlei kanten belichten en mogelijke oplossingen aandragen.

Rotterdamse Frisse Scholen aanpak

Froukje van Dijken, bba binnenmilieu

Als bestaande scholen opgewaardeerd worden naar “klasse B Frisse Scholen” leidt dat tot 7% verbetering van de leerprestaties. BBA heeft voor de GGD 500 scholen onderzocht, o.a. met metingen en getoetst aan het PvE Frisse Scholen. Helaas bleken de meeste scholen in de praktijk niet hoger te komen dan klasse D aan ventilatie. Maar 11% haalde klasse A of B. De oorzaken lagen vaak op het gebied van onderhoud, zoals: verstopping van roosters of filters, gesprongen V snaar in de luchtbehandelingskast, loshangende luchtkanalen, slecht te regelen vloerverwarming. Op basis van dit onderzoek heeft de gemeente een verbeterplan opgesteld. Zoals “laaghangend fruit” eerst aanpakken en meerjarige onderhoudscontracten.  Nieuw- en verbouw van scholen moet gaan voldoen aan PvE frisse scholen. Bij de oplevering moet goed worden ingeregeld. Gecheckt wordt na een jaar ingebruikname door controlemetingen en ervaringen van gebruikers.

Eerste resultaten veldonderzoek in 21 lagere scholen en SenseLab studies met 335 kinderen

Philomena Bluyssen, TU Delft  

Er blijven problemen bestaan met het binnenmilieu in klaslokalen, zelfs wanneer aan de beschikbare richtlijnen wordt voldaan. Zou dit liggen aan het feit dat criteria zijn gebaseerd op een gemiddelde volwassene? Of omdat deze richtlijnen zich richten op enkelvoudige factoren, en mogelijke interacties dus niet worden meegenomen? Om hier meer inzicht in te krijgen is in het voorjaar van 2017 een onderzoek uitgevoerd  in 54 klaslokalen van 21 lagere scholen. De uitkomst laat zien dat 87% last had van lawaai, 63% van geur, 42% van zonlicht wanneer die scheen, 35% vond de temperatuur in het klaslokaal niet fijn (te koud of te warm) en 34% had last van temperatuurwisselingen. De belangrijkste ziekten die werden gerapporteerd waren allergieën (26%), rinitis (17%), hooikoorts (16%) en eczeem (16%). De kinderen werden verdeeld in zes clusters gebaseerd op comfortpercepties en belangrijkheid van omgevingsfactoren. De studie liet ook zien dat verbeteracties van de leraren niet voldoende  effect hadden op het comfort van de kinderen.

Pilot in bestaande school met ventilatie, dauwpuntkoeling en elektrostatische luchtfiltering 

Piet Jacobs, TNO

In het PvE Frisse Scholen is geen prestatie eis opgenomen voor fijnstof. Fijnstof kan van grote invloed zijn op de longcapaciteit van kinderen. Besproken worden diverse filtersystemen en hun effect op het reduceren van fijnstof in de praktijk van een kinderdagverblijf en 2 scholen naast een drukke weg. In een pilot in een middelbare school in Zeis zal komend jaarr de toepassing van verdampingskoeling in combinatie met elektrostatische filtering worden onderzocht om het binnenklimaat te verbeteren. Indien de koeling voldoende effectief is kunnen ook de ramen in de zomer gesloten blijven waardoor alleen gefilterde lucht de klas binnenkomt, wat zal resulteren in lagere fijnstof concentraties in de zomer.

Ervaringen als ontwerper

Chrit Cox, Nelissen ingenieursbureau  

Benadrukt wordt het belang van een integraal ontwerpproces. Veel winst ten aanzien van het binnenklimaat is te realiseren met een bouwfysisch goed gebouw, waarbij de techniek voor “het laatst wordt bewaard”. Zo heeft een goed gebouw een goede isolatiewaarde, maakt gebruik van daglicht, past op een goede manier zonwering toe, maakt gebruik van bouwmassa en nachtventilatie en heeft een goede akoestiek. Varianten kunnen worden doorgerekend met een TCO berekening en dynamische energiesimulatie. Inmiddels zijn er veel prestatie indicatoren waaraan een gebouw ontwerp te toetsen is, zoals BREEAM, WELL en nog vele andere. Bij het ontwerpen volgens het PvE frisse scholen zijn er conflicterende keuzes te maken, waarvan keuze tussen energiegebruik en binnenmilieu er één is.

Alle presentaties zijn te vinden op onze website (https://isiaq.nl/kennisbank).